Les van HES #4

Het hoe en waarom van de Octopus of ALV

(Oei, een gevaarlijk onderwerp!)

We schrijven 2003. De NOB is “On Tour” om alle instructeurs in het hele land op de hoogte te stellen van de komende vernieuwingen van de duikopleidingen.

Een van die vernieuwingen is dat we voortaan bij het delen van lucht in noodgevallen van een “alternatieve luchtbron” gebruik zullen maken en de dubieuze techniek van buddy breathing niet meer aan zullen leren. Alle duikers voortaan aan de octopus! Dat moest van Brussel.

En of dat een hoop commotie in de zalen gaf; de NOB werd er door een aantal woedende instructeurs zelfs van beschuldigd dat ze hen alleen maar op kosten wilde jagen. Anderen betreurden het besluit, maar er is er één bij die ter plekke besloot om helemaal maar te stoppen nu dit “door haar strot gedouwd werd”.

Gelukkig is deze discussie allang verstomd. De Alternatieve LuchtVoorziening of ALV is inmiddels een vast onderdeel van iedere fatsoenlijke duikuitrusting en het delen van lucht waarbij een ademautomaat tussen hyper gestresste duikmaten heen en weer gaat wordt niet meer aangeleerd en nog maar heel zelden geoefend. Maar vast onderdeel is of niet, de ALV kent vele vormen en die

willen onderling nog weleens verschillen. Bij het verhaal over de buddy check hebben we al wat van die uit een lopende uitvoeringen gezien, maar helaas blijkt de toepassing van deze extra luchtbron al even variabel.

De Hamvraag

Er zijn twee mogelijke scenario’s waar je uit moet kiezen, als je een octopus of ander luchthulpgerief aan je uitrusting sleutelt:

I: Je duikt met een ervaren, goed opgeleide buddy die regelmatig oogcontact houdt en de duik samen met je beleeft. Kijk daar, een zeedahlia!
Op een gegeven moment geeft hij je het signaal dat zijn luchtvoorziening ermee ophoudt. En jij, net zo goed opgeleid als hij, trekt je strategisch geplaatste ALV tevoorschijn, laat met een drukje op de loosknop zien dat er wel degelijk lucht uit komt en overhandigt het mondstuk aan die buddy. Waarna je hem even rustig tot zichzelf laat komen alvorens samen gecontroleerd op te stijgen.

II: Je duikt met een onbekende gelegenheids buddy, die heel erg met zichzelf bezig is en waar je de hele tijd op moet letten. Want hij let niet op jou en ook niet op andere, misschien wel heel belangrijke dingen, waaronder het wijzertje van zijn manometer. En als hij dan in recordtijd al zijn lucht heeft opgebruikt, slaat de paniek toe. Lucht! Lucht! Waar? Waar? Maar als hij ziet hoe kalm jij nog uit jouw automaat ademt weet hij dat hij die moet hebben. En ja hoor: een ruk, mondstuk weg. Geen nood. Jij hebt immers een ALV en die gebruik je dan maar zelf.

Het kan dus op twee manieren gaan en waar het uiteindelijk allemaal om draait is de vraag voor wie die extra luchtbron nu eigenlijk bestemd is: op welk van deze scenario’s heb je je uitrusting voorbereid.

De NOB adviseerde ooit om die extra automaat specifiek te reserveren voor je buddy als die zonder lucht mocht vallen. Dat bespaart je in alle stress van zo’n moment de extra handeling om zelf haastig van de ene naar de andere automaat over te moeten schakelen. Je houdt controle over je eigen lucht, je vermijdt de extra handeling van die wissel en maakt de situatie niet onnodig gecompliceerd. Zodoende kun je al je aandacht richten op het helpen van je buddy.

Het uitgangspunt van de NOB was dus duidelijk scenario I en de vorm van een conventionele tweede trap dicteert domweg dat je de ALV dan het best over links kunt laten komen. Je hoeft die stijve slang dan niet in bochten te wringen om goed tegenover elkaar uit te komen en je kunt elkaar tijdens de opstijging gemakkelijk vasthouden en in de ogen kijken. Dat hebben ze geweten!

Er zijn mensen die heel erg vinden dat het losse eindje van de WC-rol tegen de muur moet hangen. Dat staat netjes. Maar er zijn ook mensen die vinden dat het juist andersom moet, want dan kun je dat eindje gemakkelijk pakken, naar je toe trekken en afscheuren langs het klepje dat daar speciaal voor bedoeld is. Wat je er op dit heikele punt zelf ook van mag denken, begin er maar niet over. Hier zijn huwelijken op gestrand. En zo waren er ook een heleboel duikers die vonden dat de ALV beslist over rechts moest komen, want … zo moet het. “Die ALV is voor mij! Punt uit”.

Mort subite: zomaar ineens komt er geen lucht meer uit je automaat. Elke keer dat je inademt en de klep van de eerste trap open gaat expandeert een flink volume lucht van de flesdruk naar de actuele middendruk. De energie die daarvoor nodig is (warmte) wordt aan de omgeving onttrokken, met een sterke temperatuurval als gevolg. Hoe hoger de flesdruk, hoe sterker de afkoeling, die op kan lopen tot tientallen graden Celsius. Dat is meer dan genoeg om druppeltjes gecondenseerd water in keiharde ijsklompjes te veranderen. (Tja, een defecte vochtafscheider in de compressor. Het kan zomaar gebeuren.) Maar als zo’n ijsklompje in de opening onder de hogedrukklep gevormd wordt is het BINGO!

Laten we daar eens even rustig over nadenken. Je zit onder water en je luchtvoorziening kapt er mee. Pak je dan je octopus? Natuurlijk niet, want de oorzaak kan een lege fles zijn, of een inwendig bevroren eerste trap en dan heb je er niet zoveel aan. Als je ALV niet volledig gescheiden is van de falende automaat kun je voor een hap adem het best maar meteen naar je buddy gaan. Maar pak je zijn automaat dan zomaar van hem af? Nou, liever niet, want dan verdubbel je de stress. Niet alleen heeft je buddy nu ook een acuut probleem, door zijn automaat te pakken zitten jullie elkaar ineens enorm in de weg en niet in de laatste plaats omdat de slanglengte van zijn automaat niet op dit soort capriolen berekend is. Toch mogen we scenario II, met een buddy die zich in ongeremde overlevingsdrang van jouw automaat meester maakt niet zonder meer wegwuiven. Het is niet eens zinvol om te speculeren wat het meest waarschijnlijke scenario is, beide zijn immers goed denkbaar en dus mag je in beide gevallen niet laten verrassen.

Oefenen, oefenen, oefenen en kijken wat het beste voor je werkt.

Als je primaire luchtvoorziening onverhoeds uit je mond gerukt wordt moet je op je ALV terugvallen en omdat daar een extra lange slang aan zit, maakt het voor jou niet uit of hij over links of rechts komt. (Probeer het maar!) Maar die grijpgrage buddy schept met zijn actie wel extra problemen. De slang van de tweede trap die hij bemachtigd heeft blijkt ineens aan de erg korte kant, als hij hem normaal in zijn mond wil steken, terwijl jij zit opgescheept met de automaat met die onhandig lange ALV-slang. Al met al is het resultaat dat jullie elkaar ontzettend in de weg zitten. En dan ben je nog niet eens begonnen aan de opstijging.

Als je gelooft in scenario II -en waarom ook niet?- moet je toch eens kritisch kijken of je uitrusting daar wel op berekend is. In de praktijk is het plaatsen van de ALV over rechts de minst goede oplossing. En als je even door wat duiktijdschriften bladert zie je al gauw dat het vaak gehoorde argument “dat iedereen het zo doet” gewoon niet waar is. Integendeel, het is niet echt handig, het verhoogt de taakbelasting en als je plotseling je lucht moet delen wil je die extra hinder er liever niet bij hebben.

Nee, voor een veilige afhandeling van het probleem kun je het maar beter zo gemakkelijk mogelijk maken.

Met logica kom je van A naar B ...

Het is niet zo ingewikkeld. Zo’n typische gele ALV-slang is meestal zo’n 20 tot 30 cm langer dan de standaard slang van je eigen automaat. Langer is beter. Daar is natuurlijk over nagedacht: die buddy-zonder-lucht staat stijf van de stress en daarom wil je je altijd vrij ten opzichte van hem kunnen bewegen. De automaat met de langste slang is dus voor hem. En als je denkt dat hij jouw automaat zonder meer uit je mond zal rukken, moet je er dus voor zorgen dat dat de automaat met de langste slang is. Logisch toch!

Je ademt dus uit de automaat met de lange slang en die geef je af aan je buddy. Dus ook bij scenario I. Zelf val je dan altijd terug op de reserve. Omdat dat in alle drukte van het moment nog een extra handeling is moet je er voor zorgen dat je die onmiddellijk bij de hand hebt. Hang hem desnoods met een stevig stuk elastiek om je nek.

Maar toch, als je uitgangspunt is dat je zelf de automaat met de lange slang gebruikt om die in geval van nood af te geven … blijkt dat in de praktijk toch wat lastiger dan je in eerste instantie zou denken.

... maar met verbeelding kom je overal.*

Een octopusslang is gemiddeld 1,10 meter lang en als je hem over rechts hebt gemonteerd steekt de bocht ver naar opzij uit. Je voelt om de haverklap dat hij tegen je buddy of iets anders aan stoot. En in de praktijk blijkt hij toch nog aan de korte kant als je je buddy bij lucht delen recht in de ogen wilt kunnen kijken. Een langere slang is beter, maar dat moet je zeker niet overdrijven met zo’n technische “Long Hose” van 2,10 meter (7 foot). Die zijn bedoeld om in nauwe grotten en wrakken achter elkaar te kunnen zwemmen, maar bij een opstijging langs de grillige onderwateroever in de Grevelingen of Oosterschelde zijn het ondingen, die veel te vaak achter die grove breukstenen blijven haken. Met een kniestukje aan een slang van 1,10 meter die onder je arm door gaat kom je al een heel eind in de goede richting.
Als die slang 1,50 meter lang is en je die net als de “DIR duikers”** met een slag om je nek slaat ben je heel goed voorbereid op alle eventualiteiten die onvermijdelijk kleven aan het duiken met een ad hoc toegerwezen buddy waarvan je niet weet hoe die reageert als het even spannend wordt. En je bent ook nog eens perfect gestroomlijnd.

 

Zo’n simpel knietje of “swivel” kan alle kanten op draaien en aan je lange slang maakt het een wereld van verschil in gebruiksgemak

OK, het kan nóg beter: je hebt een dubbele kraan en je duikt met 2 complete automaten. Je weet dan zeker dat beide aanvoerlijnen berekend zijn op een zeer grote luchtafname en als je wat dieper duikt is dat zeker geen overbodige luxe. Maar als je geregeld diep water opzoekt zou je er over moeten denken om alles dubbel uit te voeren, ook je fles.

Voilà, de drie besproken versies van de ALV waar, van links naar rechts gezien, in toenemende mate over is nagedacht. Deze en nog andere varianten zullen we buiten-in-het-wild zeker tegenkomen. Denk er daarom in ieder geval zelf even heel goed over na hoe je je eigen uitrusting inricht (en vergeet dat knietje niet!) Maar hoe je dat ook doet, niets kan een serieus gesprek over dit heikele punt bij de buddy check vervangen. En natuurlijk moet je er mee oefenen, oefenen en nog eens oefenen, tot je blind op je eigen opzet kunt vertrouwen om trefzeker te kunnen anticiperen op de reacties van anderen, die in hun acute ademnood misschien niet altijd even helder denken.
Op zo’n moment wil je niet moeten rondtasten naar dat reddende mondstuk dat al je die tijd achter je aan over de bodem hebt gesleept en waar je eerst nog even de bagger uit moet schudden voor je het überhaupt kunt gebruiken. Nee, die duiker ligt dan al lang aan de oppervlakte. Nog een geluk dat de buddylijn al sinds jaren in onbruik is geraakt en je niet in die overhaaste opstijging meegesleurd bent!

Tip: Ga maar niet in discussie met je ad-hoc buddy, want dat kan je hele dag verpesten. Velen hebben op dit punt diep ingegraven posities en zijn absoluut niet van plan daar iets aan te doen. “DIR duikers” en dan vooral zij die daar graag op willen lijken weten tot op de centimeter precies hoe het moet. Maar helaas meestal niet waarom. En weer anderen betogen dat ze het zo hebben geleerd, omdat dat zo moet van hun opleidingsorganisatie.
Als dat PADI of NAUI adepten zijn kun je daar aardig aan verdienen. Wed maar met ze dat het niet in hun theorie-boek staat en laat ze het maar aanwijzen. Voor je twee hoofdstukken met ze hebt doorgespit ben je waarschijnlijk al tien instructiefoto’s (!) tegen gekomen, die hun stelling weerspreken. En dat is atijd leuk cashen!

HES van Schoonhoven

*) De uitspraak “Met logica kom je van A naar B, maar met verbeelding kom je overal” is van Albert Einstein.

**) DIR staat voor “Doing It Right”. DIR duikers doen dus per definitie alles goed. Of nóg beter. En soms hebben ze zelfs gelijk.

Les van HES #3

De buddy check

“Who the fuck do you think you are? I really don’t think I need to be checked by you!”

“Oh,” zei ik verbaasd, “I’m just your appointed buddy … But yeah, come to think of it, I really don’t think I want to dive with you.” En me omdraaiend, naar de duikgids riep ik: “Hey Elly, I’m not going to dive with this jerk. No way. You got anybody else who needs company?”

Een korte episode op de dagboot vanuit Hurghada (Egypte) en de eerste en enige keer dat ik iemand trof die zó totaal onbekend was met het concept van de buddy check, dat hij het idee alleen al beledigend vond. Ik heb maar niet naar zijn opleiding gevraagd. Maar als er één ding in mijn ziel gebrand is, is het wel dat je problemen die zich aan de oppervlakte manifesteren -hoe klein die ook mogen lijken- nooit mee naar beneden moet nemen. Oude wijsheid: duikongevallen ontstaan slechts zelden door een enkele fatale oorzaak. Zoals de speedboot die je haar wel even in de war komt gooien. Of die schipper die zijn anker laat vallen, precies op het moment dat jij er onderdoor zwemt. Of Jaws, die zomaar ineens trek krijgt in een bek vol neopreen. Ja, zulke dingen zullen vast wel eens gebeuren, maar meestal is het een opeenstapeling van kleine, haast onschuldige
dingetjes, zoals de spreekwoordelijke reeks van druppeltjes die de emmer uiteindelijk doet overlopen. Hier was de toegewezen buddy duidelijk zo’n probleem en daar ga je dus niet mee onder water.

De buddy check is het belangrijkste veiligheidsmoment van een duik en daarom is het jammer dat het juist zo vaak verdrinkt in de routine. We hebben het acroniem KILO* even snel afgewerkt: buddy lijkt Kompleet voor de duik te zijn uitgerust en is er helemaal Klaar voor. We hebben vluchtig gecontroleerd hoeveel lucht hij in zijn fles heeft, terloops zijn Inflator betast, even gekeken hoe we zijn Lood en de rest van zijn uitrusting (!) af kunnen werpen (dus de gespen van zijn harnas Losmaken) en vastgesteld dat hij een Octopus of een andere vorm van ALV heeft. Ja hoor, allemaal goed. En we duiken al zó lang met die gast, dat we het langzamerhand wel weten. Toch? Dat is dus niet de bedoeling.

Kompleet en Klaar?

Wat heet? Je buddy die er pas in het water achter komt dat zijn lood nog in de auto ligt. De lamp die midden in je nachtduik uitdooft omdat je vergeten was hem op te laden. Zicht nul, waarin je sepia-tentjes hoopte te vinden en waar je zonder je kompas in verdwaalde. Stoer doorduiken tot laat in het jaar. Of toch maar niet, want je buddy heeft een leuke automaat op marktplaats gescoord, maar die is niet geschikt voor koud water. En dan dat zachtjes sissende geluid dat ergens uit iemands uitrusting komt. O-ringetje? Poreuze manometerslang? Iets met het membraan van de eerste trap? Sijpelende lekkage van de tweede trap? Het zijn allemaal van die voor de hand liggende dingetjes, die we allemaal weleens meegemaakt hebben. Maar kijk toch vooral nog even verder.

Hoezo Kompleet en Klaar?

Deze duiker heeft zijn spanband niet goed vastgezet en er is maar een klein tikje nodig om de gesp open te klikken. Bijvoorbeeld als zijn buddy er tegenaan stoot. Een los bungelende fles geeft een hoop gedoe en als die er helemaal uit valt ontstaat er een potentieel gevaarlijke situatie.

Inflator

Dat is een makkelijke. Die bungelt immers aan het eind van die slurf, dus dat zie je zo.

Oh, jij hebt zo’n trim-muis van Mares, een Airtrim, een HUB! Of is het een I-3 van AquaLung? Ja, dan is het wel duidelijk dat je er dan toch even beter naar moet kijken en goed in je hoofd prenten hoe je dat ding bedient. En hoe je je buddy beet moet pakken, in het geval dat je hem gecontroleerd naar boven moet brengen. Hebben

*) “KILO” mag dan kort en krachtig klinken, maar er had beter “KKILLA” kunnen staan, met de A van ALV. Dan zouden we die KILO vervangen door een ezelsbruggetje als “Koele Kikker Is Langzaam Lopend Aangekomen”. Of zoiets.

jullie de greep op het droge geprobeerd? Heb je een duidelijk beeld hoe je het moet doen? Het is helaas toch nog net wat ingewikkelder en het probleem heet “design”.

De oer-inflator, helemaal links heeft een lange staat van dienst en je komt hem in “technische uitrustingen” nog steeds in zijn oorspronkelijke vorm tegen. Het ontwerp is uiterst simpel en de bediening is intuïtief. De tientallen navolgers mogen er dan misschien wat anders uitzien, maar als je ze vastpakt voelen ze toch meteen heel vertrouwd aan. Duim hier, wijsvinger daar en je kunt er feilloos mee trimmen.

Maar dan krijgt de ontwerper van een Groot Duikmerk de opdracht om er een eige onderscheidende versie

van te maken en OEPS! dan gaat het fout. Nee, technisch is er niks mis met dat ding, maar met die knoppen bovenop moet je hem wel heel anders vastpakken en daar wil je niet pas mee geconfronteerd worden als je de eigenaar bij zijn opstijging moet assisteren. Of redden.

Dus check en dubbel-check de inflator en laat je niet verrassen door een creatieve vormgever.

Lood en Los

Als je een passieve duiker naar de oppervlakte hebt gebracht heb je meer last dan gemak van zijn uitrusting. Gooi in ieder geval zijn lood af, want dan weet je zeker dat hij drijft. (Tenminste … ?) En als je zover bent dat hij uit het water gehaald moet worden, kun je de rest ook missen als kiespijn. Daarom is het belangrijk dat je niet alleen zijn ballastsysteem hebt gecheckt, maar ook de sluitingen van zijn jacket, wing of harnas. Maar eerst: wat heeft je buddy, een loodgordel, loodharnas of loodzakken in zijn vest.

Lood: Je lood moet natuurlijk door iedere duiker snel en intuïtief afgeworpen kunnen worden, maar de praktijk is helaas weerbarstiger. Gordels zijn niet altijd uitgerust met een standaardgesp, harnassen hebben zo hun eigen “slimme” trucjes, maar bij de moderne geïntegreerde systemen vind je meestal wel een duidelijk handvat om aan te trekken. Check dat wel goed van te voren, want hoewel je er bij de meeste een krachtige ruk aan kunt geven, zijn er toch weer fabrikanten die zo’n greep borgen met een drukknop. En er zijn er zelfs die al dat design gedoe omzeilen en er een steekgesp voor gebruiken.
Tweehandig gepiel als je dat er nét even niet bij kunt gebruiken.

Losmaken: Steekgespen wil je niet aan je ballastsysteem hebben. Je krijgt ze niet altijd even makkelijk open en zeker niet als je dikke winterhandschoenen draagt. Ze zijn beter op hun plaats aan je buikriem en de schouderbanden, maar ook hier slaat het designspook van “nét even te mooi” toe. De roterende gespen op Aqualung (en SeaQuest) jackets zien er prachtig uit en ze laten de banden mooi langs je torso lopen, maar zonder oefening krijg je ze maar moeilijk open en daarom zou je er bij de buddy check extra aandacht aan moeten besteden.

Octopus (of eigenlijk Alternatieve LuchtVoorziening)

Een grimmig verhaal uit de oude doos wil dat de octopus in de jaren zestig van de vorige eeuw werd bedacht nadat duiker A met de automaat van duiker B tussen de tanden was bovengekomen en duiker B met het mes van duiker A tussen de ribben. Dat was niet de aanbevolen manier om een gezamenlijke duik af te sluiten, maar de oplossing, een extra tweede trap, lag voor de hand. Daar moest dan nog wel speciaal een tussenstukje voor gemaakt worden want in die tijd zat er maar één middendrukuitgang op de eerste trap. Vreemd dat de NOB nog ruim 40 jaar lang vasthield aan de techniek van “buddy breathing”; het delen van lucht uit éénautomaat waar beide duikers om de beurt uit ademden. Dat liep niet altijd even goed af, maar je spaarde er wel de prijs van die extra tweede trap mee uit. Geloof het of niet, dat was toendertijd een geliefd argument van de tegenstanders. Maar, gedwongen door Europese regelgeving over de normering van de duikopleidingen hangt er sinds 2004 een extra luchtbron aan onze duikuitrusting. En dan is het heel verstandig om goed met je buddy te overleggen hoe je die gaat gebruiken in het geval de luchtvoorziening van een van jullie onverhoopt faalt. Gelukkig komt dat niet vaak voor, maar het is net als met al die andere dingen: als je er helemaal niet op bent voorbereid, gebeurt het en word je genadeloos afgestraft door de wet van Murphy.
Steekgesp Steekgesp Roterende gespJa, de norm mag ons dan die tweede luchtbron geschonken hebben, de manier waarop we er in de praktijk het meest efficiënt mee om kunnen gaan wordt helemaal aan onze eigen fantasie overgelaten. Ja, je dacht het al: net als met alle noodvoorzieningen ga je te kort door de bocht als je dat ding gedachteloos aan je uitrusting schroeft om je pas in de finesses te verdiepen als jij of je buddy dringend om lucht verlegen zitten. Finesses?

Boven: de standaard automaat. Onder: de "douchekop".

Ach, wat kan er nou zo moeilijk zijn aan zo’n reserve-automaat? 
De meest voorkomende vorm is nog steeds de standaard tweede trap, maar uitgevoerd met opvallende gele accenten en een gele slang die nét iets langer is dan die van je primaire automaat: 90 à 110cm in plaats van de gebruikelijke ±80cm. Dat ziet er meteen lekker vertrouwd uit en dat mag ook wel bij alle stress van iemand die zomaar ineens geen lucht meer krijgt.
Oh, ben jij deze keer eens de Sjaak? Bof jij even dat je buddy zo’n asymmetrische “douchekop” van Poseidon heeft! Hoe je die ook aangereikt krijgt, je steekt hem zó in je mond en je hoeft nooit naar de onder- of bovenkant te zoeken.

Afwijkende vormen
Een tweede trap die specifiek ontworpen is om lucht te delen lijkt een goed idee. Maar de vormgeving is er meestal op gericht om het mondstuk zo klein en compact mogelijk te houden en het kan zomaar gebeuren dat het bitje het enige is waaraan je de automaat herkent. Het zou erg jammer zijn als je even vergeten was om dat vooraf met je buddy te bespreken en te checken waar de loosknop zit en hoe je hem in je mond moet steken.

specifiek als ALV ontworpen

Bij het platte model van Apeks en AquaLung is dat ondanks de vreemde vorm gelukkig niet zo moeilijk. De hele kop wartelt en je hoeft de slang niet in een rare bocht te wringen om er uit te kunnen ademen. De loosknop zit bij dit ontwerp bovenop.
Bij Mares vind je een model dat terug grijpt naar de allereerste eenslangs-tweetraps-automaat ooit, met de slangaansluiting aan de onderkant. Anders dan je wellicht denkt is deze automaat niet ontworpen als octopus maar als primaire
automaat in een z.g. “side mount configuratie”. Bekijk het goed en oefen er even droog mee voor je gaat duiken. Alleen dan kun je er in geval van nood meteen goed gebruik van maken.

"side mount" automaat
Gespiegelde montage

En om het best nog wel ingewikkelder kann zijn er, onder andere van Scubapro en Apeks, ook nog automaten waarvan de aansluiting gespiegeld op het huis gemonteerd kan worden. Als je worstelt met de vorm van de automaat en de slangen lijkt dat misschien reuze handig, maar in de stress van het moment moet een luchtvrager de aangeboden luchtbron onmiddellijk herkennen en een “omgekeerde automaat” kan dan heel verwarrend zijn. Met als reëel gevaar dat de duiker het helemaal niet meer ziet en naar de oppervlakte vlucht.

Sommige duikers hebben een mondstuk dat in de inflatorslang is geïntegreerd. Dat spaart een slang uit en maakt de uitrusting in ieder geval een stuk overzichtelijker. Maar bij het delen van lucht en bij de opstijging die daar onvermijdelijk mee gepaard gaat betaal je daar de prijs voor. Coördineren met je buddy aan een korte slang, je trim en stijgsnelheid bewaken en zorgen dat je zelf niet achter adem raakt wordt dan ineens erg ingewikkeld. Te dicht op elkaar en te veel om op te letten; deze z.g. “inline automaten” worden dan ook vaak geassocieerd met een “significantly higher task load”. Het is dus nog helemaal de vraag of het wel zo’n goed idee is. Maar als je zo’n mooie geïntegreerde ALV hebt, moet je die in ieder geval uitvoerig bij de buddy check bespreken en het gebruik samen doornemen.
Vroeger, in het begin van deze eeuw, was de edele kunst van buddy breathing, ook bekend als “maat-lurken” de enige erkende procedure om lucht te delen en een vast

programmapunt op een avondje persluchttraining. Met als “pièce de résistance” een fles in het midden van een gestaag uitdijende cirkel duikers, waarin één automaat de ronde deed. Sinds de introductie van de ALV wordt lucht delen nog nauwelijks geoefend en gezien de diversiteit van de vormen waarin deze veiligheidsvoorziening voorkomt is dat eigenlijk erg jammer. Want we gaan er vaak niet zo slim mee om.
Reden om bij de buddy check ook goed op te letten of de octopus wel los komt als je hem nodig hebt.

Al die slangen om je lijf zijn best lastig en duikers die niet weten wat ze er mee moeten, laten ze dan maar los hangen. De fabrikant van trimvesten, zelf ooit ook als duiker begonnen, begrijpt dat en wil je graag helpen met een of twee “hose retainers” (GRATIS) die hij aan zijn vesten hangt.
Schrikbeeld! net als je de ALV nodig hebt, kun je hem niet los trekken
Jammer van alle goede bedoelingen, maar die dingen werken voor geen meter. In plaats van de slangen van de octopus en de manometer stevig op een vaste plaats te houden, glijden die er door heen en als je naar je ALV grijpt bungelt die ergens anders. Erger nog, dacht je net dat je de ultieme oplossing om de slang vast te zetten had, krijg je hem niet los als je buddy het even spaans benauwd heeft.

Tip: Niet alles wat je gratis krijgt is goed of zelfs maar nuttig. Probeer er liever maar geen creatieve toepassing voor te bedenken want daar wordt het echt niet beter van.

Zet je losse slangen goed vast, maar kies voor jezelf een beter alternatief dan wat je bij je nieuwe trimvest hebt gekregen. Er zijn meer dan genoeg plastic frutsels die wél werken te koop.

Betere oplossingen: Het probleem is niet onbekend en er is een eindeloze galerij van leuke dingetjes voor bedacht: van voorgevormde kapjes of vrolijk gekleurd bolletjes voor over het bitje, tot verrassend sterke magneetjes voor aan de slang. Leef je uit!


Check: Je moet de ALV met één hand in een intuïtieve ruk van zijn houder kunnen trekken, zonder dat je daar kracht voor nodig hebt. Aan de andere kant wil je hem onderweg wel goed op zijn plaats houden en zeker niet door de modder laten slepen. De automaat moet vanzelfsprekend betrouwbaar zijn en licht afgesteld zijn, beslist geen ouwe meuk! Want als je onverhoeds even zonder lucht gezeten hebt is weerstand bij je eerste reddende ademteug wel het laatste waar je op zit te wachten.

HES van Schoonhoven

Tjonge jonge … een acroniem van 4 lettertjes: 

het ezelsbruggetje KILO. Of KKILLA. Of iets met koele kikkers …

En we zijn inmiddels al aangeland aan het eind van pagina 4 … Zijn we er nu eindelijk mee klaar?
Ja, het onderwerp “Buddy Check” hebben we nu wel zo’n beetje gehad. Maar over de integratie van de ALV valt nog wel wat te vertellen.

Duikverslag 11 juli 2021

Potvissen, een 3*, een BBQ en een Vuilnisbelt …. gewoon gezellig

Afgelopen zondag 11 juli togen de Potvissen naar de Zeeuwse kust van de Oosterschelde. Iwan had deze duik georganiseerd in het kader van zijn opleiding. In de mail waarin wij werden uitgenodigd was het stappenplan voor deze dag tot op de minuut precies uitgewerkt. Dat wil zeggen dat het tot en met de debriefing was uitgewerkt, want daarna nam de evenementencommissie het over.

Alle adviezen om de duik te organiseren op Bonaire heeft Iwan in de wind geslagen en hij koos voor de Vuilnisbelt. Bonaire of de Vuilnisbelt, het is nogal geen verschil. Maar gelukkig is niet alles wat het lijkt en blijkt deze vuilnisbelt een hele leuke duikstek. Het was weliswaar even lopen naar de trap, maar dat was wel de moeite waard want het was een mooie duik. Het zicht was echt goed en er werd behoorlijk wat leven gesignaleerd zoals sepia’s, sepiola’s, grondels, platvisjes, krabben, slakken en enorm veel (verschillende soorten) zeesterren. Heerlijk zo’n stroomduik onder goede omstandigheden.

Voorafgaand aan de duik moest Iwan nog even puzzelen met de buddyparen; er was materiaalpech voor Louis, Kim was op haar hoofd gevallen tijdens een bootcamp en besloot (wijs) toch maar niet te duiken en Mark wilde niet met zijn schoonmoeder duiken (niet zo wijs).

Na afloop van de debriefing werd Iwan gecomplimenteerd door de hoofdtrainers en gefeliciteerd door de aanwezige Potvissen.

Daarna pakte Tante Carla haar tassen uit en de evenementencommissie en de voorzitter sloofden zich werkelijk uit. De knakworsten werden opgewarmd en de hamburgers gegrilld zodat zij in de vorm van hotdogs en cheeseburgers konden worden uitgedeeld. Er werd gesocialized, gegeten en (onbegrijpelijke) spelletjes gespeeld daar op de dijk bij de Oosterschelde. Misschien moeten ze toch eens een andere naam verzinnen voor deze stek.

 Rick (voor deze ene keer)

2* duikopleiding

Twee jaar geleden ben ik weer begonnen met duiken na een lange pauze van ongeveer 10 jaar. Op dat moment had ik mijn NOB 1* al, maar helaas ben ik toen na enkele jaren weer gestopt met duiken.

 

Nu mijn 30e verjaardag begint te naderen vond ik het tijd om mijn duik-hobby weer op te pakken, en het echte duiken begint natuurlijk pas wanneer je de 2* opleiding hebt afgerond. Op vakanties liep ik al snel tegen de grenzen van de 1* aan, zo blijken de haaien bij Shark Point in Indonesië te zwemmen op een diepte van 18-35m. Maar ook in Nederland komt de tweede ster van pas als de tijd van sepia’s weer is aangebroken en je graag de groepen Belgen bij de Bergse Diepsluis wilt ontwijken. Dit waren voor mij dan ook de redenen om zo snel mogelijk aan mijn 2* opleiding te beginnen.

Zoals elke duiker binnen de club weet, bestaat een NOB opleiding uit een theorie-gedeelte en enkele opleidingsduiken. Hoewel de 2* opleiding voortvarend van start ging, gooide COVID-19 roet in het eten. Met een afgeronde theorie was het tijd om de laatste opleidingsduiken af te laten tekenen, maar vanwege de lockdown werd het duiken in clubverband steeds lastiger. Dit heeft er dan ook toe geleid dat ik pas dit jaar een nieuwe poging kan wagen om die felbegeerde laatste duiken te laten aftekenen.

 

Eind mei stond de eerste duik op de planning en dit werd, samen met Paul, een diepe duik naar het duikwrak Le Serpent in Scharendijke. Dit vrij indrukwekkende wrak heeft mij nog enthousiaster gemaakt om de 2* af te ronden, wie wil nu niet deze wonderen van het Nederlandse duikwater ontdekken? Vervolgens was het twee weken later tijd voor de volgende opleidingsduik, namelijk de nachtduik. Dit keer was Tom de gelukkige die mijn buddy mocht zijn. Samen met 2 andere buddyparen werd dit een duik bij de Nieuwe Kerkweg.  Hoewel deze duikplek bekend staat om zijn mooie onderwaterleven met onder andere kreeften en Noordzee krabben, blijken deze dieren toch een maatje groter te zijn wanneer je ’s nachts (lees ’s avonds) te water gaat. Als kers op de taart werd er tijdens deze duik ook nog één flinke paling gespot, wegschietend tussen de stenen.

 

Kortom, die tweede ster is een echte verrijking, niet alleen in het buitenland, maar ook geeft het meer mogelijkheden voor mijn toekomstige Nederlandse duiken.

 

Jorg Verhallen

2* Duikopleiding

Nadat wij (Andrew en ik) onze 1* duiker opleiding succesvol hadden afgerond was het een logisch gevolg dat wij de 2* duiker opleiding zouden gaan volgen.

Eind 2019 pre Covid19 zijn wij enthousiast begonnen aan de theorie in de praktijkruimte van het zwembad. Nachtduiken, getijdenwaterduiken, als je buddy hulp nodig heeft en diep duiken zijn de hoofdstukken die op de planning stonden.

Op het droge vond / vind ik de theorie al best lastig, want hoe vind je je buddy terug als het diepzwart om je heen is? Het leek mij erg eng en claustrofobisch. Het opleidingsboek maakt er ook best een spannend verhaal van. Mijn eerste nachtduik was met Jaap (de rust zelve) in de Zevenhuizerplas. Het was inderdaad even wennen, maar wat is het mooi als alles donker is om je heen en je alleen ziet wat er in het licht van je lamp naar voren komt. En ja, het was even schrikken toen de lamp van mijn buddy even op zwart ging (om achteraf zijn neoncijfers van zijn duikcomputer op te laten lichten). Gelukkig heb je nog je eigen lampen bij je om je buddy terug te vinden.

De eerste diepe duik die we hebben gemaakt was in Nemo33 te België. Dat was voor mij persoonlijk een enorme drempel en ik stond letterlijk te trillen op mijn benen. En daar gingen we de diepte in. Vooraf hadden Jaap en ik de tijd genomen om een plan te maken.

Dat heeft mij enorm geholpen. Nog steeds best eng om met relatief veel duikers zo diep (33 meter!!) op de bodem van de duikput te zitten. De gecontroleerde opstijging ging goed en voor ik het wist waren we bij de tussenstop aangekomen. Daar zijn nog wat foto’s van ons genomen. Het gevoel van overwinning dat ik nadien had was enorm.

Helaas zijn we door Covid19 niet meer toegekomen aan de overige opleidingsduiken.

Gelukkig hebben we nu de draad weer mogen oppakken en zijn Andrew en ik opnieuw begonnen met het online volgen van de theorielessen van de 2* duiker opleiding. De opleidingsduiken zijn ingepland en we hebben er zin in.

Hopelijk is de Potvis binnenkort een aantal 2* duikers rijker 😊


Sportieve groet,

Saskia