De buddy check
“Who the fuck do you think you are? I really don’t think I need to be checked by you!”
“Oh,” zei ik verbaasd, “I’m just your appointed buddy … But yeah, come to think of it, I really don’t think I want to dive with you.” En me omdraaiend, naar de duikgids riep ik: “Hey Elly, I’m not going to dive with this jerk. No way. You got anybody else who needs company?”
Een korte episode op de dagboot vanuit Hurghada (Egypte) en de eerste en enige keer dat ik iemand trof die zó totaal onbekend was met het concept van de buddy check, dat hij het idee alleen al beledigend vond. Ik heb maar niet naar zijn opleiding gevraagd. Maar als er één ding in mijn ziel gebrand is, is het wel dat je problemen die zich aan de oppervlakte manifesteren -hoe klein die ook mogen lijken- nooit mee naar beneden moet nemen. Oude wijsheid: duikongevallen ontstaan slechts zelden door een enkele fatale oorzaak. Zoals de speedboot die je haar wel even in de war komt gooien. Of die schipper die zijn anker laat vallen, precies op het moment dat jij er onderdoor zwemt. Of Jaws, die zomaar ineens trek krijgt in een bek vol neopreen. Ja, zulke dingen zullen vast wel eens gebeuren, maar meestal is het een opeenstapeling van kleine, haast onschuldige
dingetjes, zoals de spreekwoordelijke reeks van druppeltjes die de emmer uiteindelijk doet overlopen. Hier was de toegewezen buddy duidelijk zo’n probleem en daar ga je dus niet mee onder water.
De buddy check is het belangrijkste veiligheidsmoment van een duik en daarom is het jammer dat het juist zo vaak verdrinkt in de routine. We hebben het acroniem KILO* even snel afgewerkt: buddy lijkt Kompleet voor de duik te zijn uitgerust en is er helemaal Klaar voor. We hebben vluchtig gecontroleerd hoeveel lucht hij in zijn fles heeft, terloops zijn Inflator betast, even gekeken hoe we zijn Lood en de rest van zijn uitrusting (!) af kunnen werpen (dus de gespen van zijn harnas Losmaken) en vastgesteld dat hij een Octopus of een andere vorm van ALV heeft. Ja hoor, allemaal goed. En we duiken al zó lang met die gast, dat we het langzamerhand wel weten. Toch? Dat is dus niet de bedoeling.
Kompleet en Klaar?
Wat heet? Je buddy die er pas in het water achter komt dat zijn lood nog in de auto ligt. De lamp die midden in je nachtduik uitdooft omdat je vergeten was hem op te laden. Zicht nul, waarin je sepia-tentjes hoopte te vinden en waar je zonder je kompas in verdwaalde. Stoer doorduiken tot laat in het jaar. Of toch maar niet, want je buddy heeft een leuke automaat op marktplaats gescoord, maar die is niet geschikt voor koud water. En dan dat zachtjes sissende geluid dat ergens uit iemands uitrusting komt. O-ringetje? Poreuze manometerslang? Iets met het membraan van de eerste trap? Sijpelende lekkage van de tweede trap? Het zijn allemaal van die voor de hand liggende dingetjes, die we allemaal weleens meegemaakt hebben. Maar kijk toch vooral nog even verder.
Hoezo Kompleet en Klaar?
Deze duiker heeft zijn spanband niet goed vastgezet en er is maar een klein tikje nodig om de gesp open te klikken. Bijvoorbeeld als zijn buddy er tegenaan stoot. Een los bungelende fles geeft een hoop gedoe en als die er helemaal uit valt ontstaat er een potentieel gevaarlijke situatie.
Inflator
Dat is een makkelijke. Die bungelt immers aan het eind van die slurf, dus dat zie je zo.
Oh, jij hebt zo’n trim-muis van Mares, een Airtrim, een HUB! Of is het een I-3 van AquaLung? Ja, dan is het wel duidelijk dat je er dan toch even beter naar moet kijken en goed in je hoofd prenten hoe je dat ding bedient. En hoe je je buddy beet moet pakken, in het geval dat je hem gecontroleerd naar boven moet brengen. Hebben
*) “KILO” mag dan kort en krachtig klinken, maar er had beter “KKILLA” kunnen staan, met de A van ALV. Dan zouden we die KILO vervangen door een ezelsbruggetje als “Koele Kikker Is Langzaam Lopend Aangekomen”. Of zoiets.
jullie de greep op het droge geprobeerd? Heb je een duidelijk beeld hoe je het moet doen? Het is helaas toch nog net wat ingewikkelder en het probleem heet “design”.
De oer-inflator, helemaal links heeft een lange staat van dienst en je komt hem in “technische uitrustingen” nog steeds in zijn oorspronkelijke vorm tegen. Het ontwerp is uiterst simpel en de bediening is intuïtief. De tientallen navolgers mogen er dan misschien wat anders uitzien, maar als je ze vastpakt voelen ze toch meteen heel vertrouwd aan. Duim hier, wijsvinger daar en je kunt er feilloos mee trimmen.
Maar dan krijgt de ontwerper van een Groot Duikmerk de opdracht om er een eige onderscheidende versie
van te maken en OEPS! dan gaat het fout. Nee, technisch is er niks mis met dat ding, maar met die knoppen bovenop moet je hem wel heel anders vastpakken en daar wil je niet pas mee geconfronteerd worden als je de eigenaar bij zijn opstijging moet assisteren. Of redden.
Dus check en dubbel-check de inflator en laat je niet verrassen door een creatieve vormgever.
Lood en Los
Als je een passieve duiker naar de oppervlakte hebt gebracht heb je meer last dan gemak van zijn uitrusting. Gooi in ieder geval zijn lood af, want dan weet je zeker dat hij drijft. (Tenminste … ?) En als je zover bent dat hij uit het water gehaald moet worden, kun je de rest ook missen als kiespijn. Daarom is het belangrijk dat je niet alleen zijn ballastsysteem hebt gecheckt, maar ook de sluitingen van zijn jacket, wing of harnas. Maar eerst: wat heeft je buddy, een loodgordel, loodharnas of loodzakken in zijn vest.
Lood: Je lood moet natuurlijk door iedere duiker snel en intuïtief afgeworpen kunnen worden, maar de praktijk is helaas weerbarstiger. Gordels zijn niet altijd uitgerust met een standaardgesp, harnassen hebben zo hun eigen “slimme” trucjes, maar bij de moderne geïntegreerde systemen vind je meestal wel een duidelijk handvat om aan te trekken. Check dat wel goed van te voren, want hoewel je er bij de meeste een krachtige ruk aan kunt geven, zijn er toch weer fabrikanten die zo’n greep borgen met een drukknop. En er zijn er zelfs die al dat design gedoe omzeilen en er een steekgesp voor gebruiken.
Tweehandig gepiel als je dat er nét even niet bij kunt gebruiken.
Losmaken: Steekgespen wil je niet aan je ballastsysteem hebben. Je krijgt ze niet altijd even makkelijk open en zeker niet als je dikke winterhandschoenen draagt. Ze zijn beter op hun plaats aan je buikriem en de schouderbanden, maar ook hier slaat het designspook van “nét even te mooi” toe. De roterende gespen op Aqualung (en SeaQuest) jackets zien er prachtig uit en ze laten de banden mooi langs je torso lopen, maar zonder oefening krijg je ze maar moeilijk open en daarom zou je er bij de buddy check extra aandacht aan moeten besteden.
Octopus (of eigenlijk Alternatieve LuchtVoorziening)
Een grimmig verhaal uit de oude doos wil dat de octopus in de jaren zestig van de vorige eeuw werd bedacht nadat duiker A met de automaat van duiker B tussen de tanden was bovengekomen en duiker B met het mes van duiker A tussen de ribben. Dat was niet de aanbevolen manier om een gezamenlijke duik af te sluiten, maar de oplossing, een extra tweede trap, lag voor de hand. Daar moest dan nog wel speciaal een tussenstukje voor gemaakt worden want in die tijd zat er maar één middendrukuitgang op de eerste trap. Vreemd dat de NOB nog ruim 40 jaar lang vasthield aan de techniek van “buddy breathing”; het delen van lucht uit éénautomaat waar beide duikers om de beurt uit ademden. Dat liep niet altijd even goed af, maar je spaarde er wel de prijs van die extra tweede trap mee uit. Geloof het of niet, dat was toendertijd een geliefd argument van de tegenstanders. Maar, gedwongen door Europese regelgeving over de normering van de duikopleidingen hangt er sinds 2004 een extra luchtbron aan onze duikuitrusting. En dan is het heel verstandig om goed met je buddy te overleggen hoe je die gaat gebruiken in het geval de luchtvoorziening van een van jullie onverhoopt faalt. Gelukkig komt dat niet vaak voor, maar het is net als met al die andere dingen: als je er helemaal niet op bent voorbereid, gebeurt het en word je genadeloos afgestraft door de wet van Murphy.
Steekgesp Steekgesp Roterende gespJa, de norm mag ons dan die tweede luchtbron geschonken hebben, de manier waarop we er in de praktijk het meest efficiënt mee om kunnen gaan wordt helemaal aan onze eigen fantasie overgelaten. Ja, je dacht het al: net als met alle noodvoorzieningen ga je te kort door de bocht als je dat ding gedachteloos aan je uitrusting schroeft om je pas in de finesses te verdiepen als jij of je buddy dringend om lucht verlegen zitten. Finesses?
Ach, wat kan er nou zo moeilijk zijn aan zo’n reserve-automaat?
De meest voorkomende vorm is nog steeds de standaard tweede trap, maar uitgevoerd met opvallende gele accenten en een gele slang die nét iets langer is dan die van je primaire automaat: 90 à 110cm in plaats van de gebruikelijke ±80cm. Dat ziet er meteen lekker vertrouwd uit en dat mag ook wel bij alle stress van iemand die zomaar ineens geen lucht meer krijgt.
Oh, ben jij deze keer eens de Sjaak? Bof jij even dat je buddy zo’n asymmetrische “douchekop” van Poseidon heeft! Hoe je die ook aangereikt krijgt, je steekt hem zó in je mond en je hoeft nooit naar de onder- of bovenkant te zoeken.
Afwijkende vormen
Een tweede trap die specifiek ontworpen is om lucht te delen lijkt een goed idee. Maar de vormgeving is er meestal op gericht om het mondstuk zo klein en compact mogelijk te houden en het kan zomaar gebeuren dat het bitje het enige is waaraan je de automaat herkent. Het zou erg jammer zijn als je even vergeten was om dat vooraf met je buddy te bespreken en te checken waar de loosknop zit en hoe je hem in je mond moet steken.
Bij het platte model van Apeks en AquaLung is dat ondanks de vreemde vorm gelukkig niet zo moeilijk. De hele kop wartelt en je hoeft de slang niet in een rare bocht te wringen om er uit te kunnen ademen. De loosknop zit bij dit ontwerp bovenop.
Bij Mares vind je een model dat terug grijpt naar de allereerste eenslangs-tweetraps-automaat ooit, met de slangaansluiting aan de onderkant. Anders dan je wellicht denkt is deze automaat niet ontworpen als octopus maar als primaire
automaat in een z.g. “side mount configuratie”. Bekijk het goed en oefen er even droog mee voor je gaat duiken. Alleen dan kun je er in geval van nood meteen goed gebruik van maken.
En om het best nog wel ingewikkelder kann zijn er, onder andere van Scubapro en Apeks, ook nog automaten waarvan de aansluiting gespiegeld op het huis gemonteerd kan worden. Als je worstelt met de vorm van de automaat en de slangen lijkt dat misschien reuze handig, maar in de stress van het moment moet een luchtvrager de aangeboden luchtbron onmiddellijk herkennen en een “omgekeerde automaat” kan dan heel verwarrend zijn. Met als reëel gevaar dat de duiker het helemaal niet meer ziet en naar de oppervlakte vlucht.
Sommige duikers hebben een mondstuk dat in de inflatorslang is geïntegreerd. Dat spaart een slang uit en maakt de uitrusting in ieder geval een stuk overzichtelijker. Maar bij het delen van lucht en bij de opstijging die daar onvermijdelijk mee gepaard gaat betaal je daar de prijs voor. Coördineren met je buddy aan een korte slang, je trim en stijgsnelheid bewaken en zorgen dat je zelf niet achter adem raakt wordt dan ineens erg ingewikkeld. Te dicht op elkaar en te veel om op te letten; deze z.g. “inline automaten” worden dan ook vaak geassocieerd met een “significantly higher task load”. Het is dus nog helemaal de vraag of het wel zo’n goed idee is. Maar als je zo’n mooie geïntegreerde ALV hebt, moet je die in ieder geval uitvoerig bij de buddy check bespreken en het gebruik samen doornemen.
Vroeger, in het begin van deze eeuw, was de edele kunst van buddy breathing, ook bekend als “maat-lurken” de enige erkende procedure om lucht te delen en een vast
programmapunt op een avondje persluchttraining. Met als “pièce de résistance” een fles in het midden van een gestaag uitdijende cirkel duikers, waarin één automaat de ronde deed. Sinds de introductie van de ALV wordt lucht delen nog nauwelijks geoefend en gezien de diversiteit van de vormen waarin deze veiligheidsvoorziening voorkomt is dat eigenlijk erg jammer. Want we gaan er vaak niet zo slim mee om.
Reden om bij de buddy check ook goed op te letten of de octopus wel los komt als je hem nodig hebt.
Al die slangen om je lijf zijn best lastig en duikers die niet weten wat ze er mee moeten, laten ze dan maar los hangen. De fabrikant van trimvesten, zelf ooit ook als duiker begonnen, begrijpt dat en wil je graag helpen met een of twee “hose retainers” (GRATIS) die hij aan zijn vesten hangt.
Schrikbeeld! net als je de ALV nodig hebt, kun je hem niet los trekken
Jammer van alle goede bedoelingen, maar die dingen werken voor geen meter. In plaats van de slangen van de octopus en de manometer stevig op een vaste plaats te houden, glijden die er door heen en als je naar je ALV grijpt bungelt die ergens anders. Erger nog, dacht je net dat je de ultieme oplossing om de slang vast te zetten had, krijg je hem niet los als je buddy het even spaans benauwd heeft.
Tip: Niet alles wat je gratis krijgt is goed of zelfs maar nuttig. Probeer er liever maar geen creatieve toepassing voor te bedenken want daar wordt het echt niet beter van.
Zet je losse slangen goed vast, maar kies voor jezelf een beter alternatief dan wat je bij je nieuwe trimvest hebt gekregen. Er zijn meer dan genoeg plastic frutsels die wél werken te koop.
Betere oplossingen: Het probleem is niet onbekend en er is een eindeloze galerij van leuke dingetjes voor bedacht: van voorgevormde kapjes of vrolijk gekleurd bolletjes voor over het bitje, tot verrassend sterke magneetjes voor aan de slang. Leef je uit!
Check: Je moet de ALV met één hand in een intuïtieve ruk van zijn houder kunnen trekken, zonder dat je daar kracht voor nodig hebt. Aan de andere kant wil je hem onderweg wel goed op zijn plaats houden en zeker niet door de modder laten slepen. De automaat moet vanzelfsprekend betrouwbaar zijn en licht afgesteld zijn, beslist geen ouwe meuk! Want als je onverhoeds even zonder lucht gezeten hebt is weerstand bij je eerste reddende ademteug wel het laatste waar je op zit te wachten.
HES van Schoonhoven
Tjonge jonge … een acroniem van 4 lettertjes:
het ezelsbruggetje KILO. Of KKILLA. Of iets met koele kikkers …
En we zijn inmiddels al aangeland aan het eind van pagina 4 … Zijn we er nu eindelijk mee klaar?
Ja, het onderwerp “Buddy Check” hebben we nu wel zo’n beetje gehad. Maar over de integratie van de ALV valt nog wel wat te vertellen.